ordliste Polsk - Dutch

język polski - Nederlands, Vlaams

być posłusznym på nederlandsk:

1. gehoorzamen gehoorzamen


Kinderen moeten hun ouders gehoorzamen.
Ik ben verdraagzaam, als de anderen mij gehoorzamen.
In alle geval kunt ge beter gehoorzamen aan uw ouders.
Willy is daar onverbiddelijk in: zij zou hem moeten gehoorzamen.

Dutch ord "być posłusznym"(gehoorzamen) skjer i sett:

WIL ER IEMAND OP DOT AGENDAPUNT REAGEREN?

2. gehoorzaam zijn gehoorzaam zijn



Dutch ord "być posłusznym"(gehoorzaam zijn) skjer i sett:

geniaal geheim