ordliste Polsk - Dutch

język polski - Nederlands, Vlaams

obraz på nederlandsk:

1. het schilderij het schilderij


Waarnaar kijk je? Ik kijk naar het schilderij.

Dutch ord "obraz"(het schilderij) skjer i sett:

1000 rzeczowników po niderlandzku 351 - 400
15/2 Dat houd ik echt niet vol!
ilustrowane - het huis
rzeczowniki/zelfstandige naamwoorden
Pomieszczenia w mieszkaniu

2. schilderij schilderij


Hoe oud is dat schilderij?
Hij toonde mij een foto van zijn eigen schilderij.
Weet u wie dit schilderij heeft geschilderd?
Het schilderij is het werk van een Nederlandse meester.
Dit schilderij is niet waard wat u ervoor vraagt.
Een kunstenaar gebruikt veel tubes verf om een groot schilderij te maken.
Ik dacht na over de betekenis van zijn schilderij.
Hij heeft het schilderij gemaakt dat aan de muur hangt.
Dit schilderij van Rembrandt is een meesterwerk.
Als ik toen dat schilderij gekocht had, was ik nu rijk.

Dutch ord "obraz"(schilderij) skjer i sett:

Niuews van de week
język holenderski

3. het beeld het beeld


het beeldscherm
Ider mens is geschapen naar het beeld van God

Dutch ord "obraz"(het beeld) skjer i sett:

test 5-6 dział

4. afbeelding afbeelding


Heeft zij u de afbeelding getoond?
Men kan deze boeddhistische afbeelding niet helemaal juist dateren.
Bekijk de afbeelding.
Hij hing een afbeelding aan de muur.
Waaraan denk je als je deze afbeelding ziet?
Ik heb deze afbeelding al vroeger gezien.

Dutch ord "obraz"(afbeelding) skjer i sett:

Różne holenderskie