ordliste Swedish - Dutch

Svenska

-

Nederlands, Vlaams

stjärna på nederlandsk:

1. ster

Elke ster is een bol.

Deze ster is zo groot, dat je hem met het blote oog kunt zien.

Hij heeft een nieuwe ster ontdekt.

De ontdekking van een nieuw soort maaltijd brengt de mensheid meer dan de ontdekking van een nieuwe ster.

Zal morgennacht de ster zichtbaar zijn?

A
Å
Ä
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
Ö
P
R
S
T
U
V
W
Y